fbpx

Windsurfing theory

Begrippen

Hogerwal en lagerwal zijn twee termen uit de zeilsport, die zijn bedoeld
om de windrichting ten opzichte van de wal aan te duiden.

Hogerwal: is de wal waar de wind vandaan komt
Lagerwal: is de wal waar de wind naartoe gaat

Aanlandige wind: de wind komt naar het land toe
(* de wind lijkt vaak sterker dan het werkelijk is, er zijn golven, geen probleem met afdrijven)
Aflandige wind: de wind gaat van het land af
(* vlak water, terugkomen is lastig)

Loefzijde: is de kant waar de wind tegenaan blaast
Lijzijde: is de kant waar de wind vandaan wegwaait

Verlijeren is een scheepvaartterm die betekent dat de wind een schip opzij beweegt
en wel in de richting van de lijzijde van het schip.

Oploeven en Afvallen zijn twee verwante termen uit de zeilvaart, die ook van
toepassing zijn op vrijwel alle vaartuigen. Het betreft in beide gevallen een
verandering van de vaarrichting.

Oploeven: naar de wind toe draaien (mast naar achteren)
Afvallen: van de wind af draaien (mast naar voren)

Masthand: de hand die het dichtste bij de mast is
Zeilhand: de hand die het verste van de mast is

Bakboord: je vaart bakboord als je in de gewone vaarhouding met je zeil over de linkerkant van het board vaart.
Je rechterhand is dus de masthand.
Stuurboord: je vaart over stuuRboord met je zeil over de Rechterkant van het board (als je in de gewone vaarhouding vaart). Je linkerhand is dus je masthand.

Opkruisen:  zigzaggend tegen de wind in surfen.

Vaarrichtingen (of koersen)

 

vaarrichtingen

Nog even op een rijtje:

  1. In de wind - de voorkant van het board wijst naar de wind
  2. Aan de wind - onder een kleine hoek tegen de wind in, over bakboord of stuurboord.
  3. Halve wind - het board is in een hoek van 90° t.o.v. de wind
  4. Ruime wind - Wind die iets achterlijker dan dwars inkomt.
  5. Voor de wind - zeil is voor je, board met de achterkant naar de wind

Manoevres

Overstag gaan

Bij het overstag gaan draait de voorkant van je board naar de wind toe en loop je zelf om de mast heen, eveneens aan de voorkant van je board. Wat belangrijk is is dat je zo min mogelijk stappen maakt tijdens het overstag gaan om zodoende je stabiliteit te houden. (Hoe meer je loopt, des te wiebeliger het wordt op je surfplank). 

Uitvoering

Vaar een halvewindse koers, beweeg vervolgens je mast naar achteren, en hou druk in het zeil. Je hebt nu 2 mogelijkheden: of je pakt de mast vast onder de giek met je masthand, of je blijft de giek vasthouden. Zet je voorste voet om de mast heen met de tenen wijzend naar de achterkant van het board, Zo kun je gemakkelijker omstappen. Wacht nu tot het board helemaal door de wind is gedraaid (je merkt dit vanzelf als het zeil tegen je scheenbeen komt). Dan is het tijd om om te stappen, doe dit in het begin niet te snel. Zet eerst je achterste voet achter de voorste voet, daarna zet je je voorste voet aan de andere kant van het board. Als je weer goed staat, dan beweeg je het tuig (mast + zeil) naar voren.

Video

Boardseekermag - The Tack

Gijpen

Bij het gijpen draait de voorkant van je board van de wind af en blijf je op je plaats staan, wel doe je een voetwissel.

Video

Boardseekermag - The Gybe

Voorrangsregels

Volgens de wet gelden voor surfers dezelfde regels als voor kleine zeilboten.

De belangrijkste regel is die van het goede zeemanschap:
Of je nu recht op voorrang hebt of niet, je moet altijd al het mogelijke doen om een aanvaring te voorkomen.
De volgende regels lees je van boven naar beneden. Dus als de eerste regel niet van toepassing is,
ga je naar de tweede etc.

1. Klein wijkt voor groot. Dus als surfer moet je alle boten groter dan 20 meter en
beroepsvaart (zoals sleepboten etc.) voor laten gaan.

2. Motorboten wijken voor roeiboten en zeilboten. Roeiboten (en kano’s, waterfietsen
enz.) wijken ook voor zeilboten. Dus als je een motorboot en een roeiboot tegenkomt,
mag jij eerst, daarna de roeiboot en als laatste de motorboot. Er is echter een
uitzondering: boten die in kanalen en vaargeulen (tussen rode en groene boeien) varen
hebben altijd voorrang. DENK EROM, de toegang tot de sluis behoort tot de vaargeul!

3.
Stuurboord wijkt voor bakboord. Een zeiler of surfer met zijn zeil over stuurboord,
moet een zeiler of surfer met zijn zeil over bakboord voor laten gaan. Je hebt je zeil
over bakboord als het zeil aan de linkerkant van de plank uitsteekt. Een ezelsbruggetje:
Als je over StuuRboord vaart is je zeil aan de Rechterkant van je board.

4.
Loef wijkt voor lij. De surfer die aan de loefzijde van de andere surfer vaart moet
uitwijken. En loef is waar de wind vandaan komt. Dit is wel een prettige regel, want
de surfer aan de lijzijde kan de surfer aan de loefzijde wat moeilijk zien, want je surft
met je rug naar de wind en daar vaart ook die andere surfer.

5.
Als je recht op elkaar afvaart, kan je het beste naar rechts (stuurboord voor de
zeelieden onder ons) uitwijken.

6.
Als je iemand inhaalt, moet jij uitwijken. Het beste kan je aan de loefzijde van de
ander voorbijgaan. Hou hierbij voldoende afstand.

Veiligheid

Materiaal: Controleren of surfplank en tuig in goede staat zijn
Transport van materiaal: zowel over de weg als bij de waterkant
Goede surfkleding: drijfvermogen, warmte, bescherming tegen klappen,
bescherming tegen scherpe voorwerpen
Jezelf: Niet overschatten en alleen in goede conditie het water opgaan.
Gevaar zonverbranding en zonnesteek.
Gevaar onderkoeling
Anderen laten weten dat je gaat surfen  - liever niet alleen gaan surfen
Warming up
In noodgevallen bij je plank blijven en desnoods zeil loskoppelen
Omgeving: De omstandigheden kennen met betrekking tot zaken als:
Dieptes en ondieptes, vaarroutes andere schepen, stroming, getijden, windrichting, zwemmers, bodemgesteldheid, verboden, geboden.
Weerbericht bekijken niet alleen vanwege de wind maar ook voorspellingen over plotselinge weersomslagen zoals bijv. onweer.
Warme kleding + eten en drinken voor tussendoor en na het surfen.

Opening hours 2024

Closed

  The new season starts soon! 
Dates will be announced shortly.